Tech Break – Een dag zonder apparaten
Laptop uit, telefoon uit, geen apparaten.
Waarom?
Omdat ik voel dat ik het nodig heb.
Dat is alles.
Geen weddenschap, geen uitdaging. Geen perfectionistische obsessie die me dwingt om “aan mezelf te bewijzen dat ik dat kan”. Niets anders dan een vage intuïtie dat het me goed zou doen.
Mijn aandachtsboog ligt aan diggelen, mijn focus is versprokkeld.
Zijn mijn apparaten de boosdoener? Ehm… Ja? Ik denk… van wel? Dat is wat ze altijd zeggen.
Wie zijn “ze”? Oh je weet wel. Men.
Men roept altijd dat het de schuld is van onze laptops en telefoons, dat is waarom we zo gejaagd en rusteloos zijn.
Is het zo?
Geen idee. Ik ga ze gewoon es een dagje links laten liggen.
.
Verwachtingen
Hier kan ik kort over zijn: ik dacht dat het een verschrikking zou worden.
Ik weet dat er mensen zijn die erbij zweren, die elke week zielsgraag afstand nemen van de digitaal-heid der dingen. Er zijn dan ook genoeg blogs en zelfs boeken te vinden over mensen die “alles even heerlijk een weekendje uitzetten” en dan verlicht worden, of op z’n minst een soort kalmte en vernieuwde heelheid ervaren.
Klinkt leuk, dat was ook eigenlijk waar ik naar op zoek was, maar het was niet mijn verwachting.
Wel kon ik me een moment in de toekomst inbeelden waarop ik dit fijn zou vinden. Over een jaar, als ik dit al dertig keer heb gedaan, als ik een heuse Tech Break veteraan ben, bereik ik misschien dat punt.
Het punt waarop een tijdelijke boycot tegen de alom-aanwezige Internetgoden van een verschrikking in een verademing veranderd is.
Maar niet nu. Niet tijdens de eerste keer.
Oke, dus ga je nog vertellen hoe het was???
(Ja, relax oké, het heet spanningsopbouw)
.
Uitkomst
Een dag zonder apparaten – was het een verschrikking of een verademing?
Plottwist, het was geen van beiden. Het was vooral…
Leerzaam.
Inzichtelijk.
Ik ontdekte hoe vaak ik de impuls voel om naar mijn telefoon graaien of mijn laptop te openen.
En ja, dit is iets wat we al een tijdje wisten. Iedereen is bezorgd dat we teveel tijd op onze apparaten doorbrengen, dat doe ik, dat doe jij, we doen het allemaal, niemand is uniek, anywayyy… het is anders als je het op deze manier ervaart.
Wanneer je honderdtachtigduizend keer per dag denkt, ‘oh dat zoek ik even op – wacht, nee. Stop. Not today, google, not today.’
Als je jezelf een dag lang moet corrigeren, merk je pas echt hoe vaak je de aandrang voelt om je activiteit te onderbreken om iets digitaals te doen.
Instagram, spotify, pinterest, mijn notitie app (oh mijn geliefde notities), blijken nog duizend keer vaker aan mij te trekken dan ik al dacht dat ze deden!
Door mijn tech-balans-dag, heb ik meer inzicht gekregen in hoe mijn apparaten aan mij trekken.
.
#1. Informatie opzoeken
Dit is de impuls de me het minst verraste.
We kennen dit allemaal, de neiging om iets opzoeken n.a.v. een boek dat je leest, of een gesprek dat je voert. Deze impuls was zo’n beetje alles wat ik in mijn hoofd had toen ik begon aan dit experiment.
Dit is de stoorzender, dacht ik. Al die losse gedachten, variërend van van ‘Oja waar speelde Rupert Grint eigenlijk in sinds Harry Potter?’ tot ‘Wacht, moet je komkommer eigenlijk wel in de koelkast bewaren?’ eisen van mij dat ik ze per direct in actie omzet. Zodra de gedachte omhoog borrelt wil deze worden omgezet in een korte google-handeling.
Want kan ik ze tenminste ook weer loslaten, dat is de hoop in elk geval. Dat ze dan niet aan me blijven knagen.
In werkelijkheid verdwijnen ze ook gewoon als je er niet op in gaat. Sterker nog, het wordt makkelijker als je er niet op in gaat.
Zodra je gaat opzoeken in welke films Rupert Grint heeft gespeeld, ga je ook kijken waar die films dan over gaan, en of degene die je wilt zien ook op Netflix staan.
Maar, en wacht eens, hoe zit dat dan met die Narnia kinderen, hebben we daar ooit nog wel eens van gehoord?
Even opzoeken.
Sorry. Waar was ik mee bezig?
.
#2. Iets terughalen om aan een ander te laten zien
Delen.
Niet alleen een digitaal fenomeen, wie had dat gedacht?
Tijdens mijn ‘dagje zonder’ merkte ik opeens dat ik sociale media posts ook analoog deel, om het zo maar even te noemen.
Ik heb dus blijkbaar de irritante neiging, om irl dingen te laten zien die op sociale media voorbij zijn gekomen. Soms schiet het met gewoon te binnen, dat inspirerende filmpje dat viral ging. Soms is het zijdelings relevant in een gesprek, hoe dan ook, de impuls komt op dus ik doe het meteen.
Voegt het iets toe aan het gesprek? Meestal niet.
Maar het leidt wel ongelofelijk af, en ik had dus niet eens door dat ik dit deed.
.
#3. Iets opschrijven wat ik anders denk te vergeten
Maandag gember kopen. Grappige memes die ik bedenk en nooit zal maken. Boeken die ik misschien wil lezen. Series of films die ik wil googelen om te zien of ze het kijken waard zijn. Ideeën die in me opkomen voor verhalen, blogs, of andere creatieve bezigheden. Mensen die ik nog moet bellen.
Alles moet worden opgeschreven. Meteen.
Zodra ik me te binnen schiet dat er iemand was die ik nog moest bellen, op een moment dat het niet uitkomt, grijp ik mijn telefoon om het dan in elk geval op te schrijven.
Zelfs als het al ergens op een to-do list staat.
Want als ik het opschrijf dan… als ik het opschrijf… dan… Ja? Wat dan?
Waarom die drang om meteen alles op te schrijven? Alsof hetgeen ik bedacht heb zich dan zo diep in mijn hersenen zal graven dat ik het nooit vergeet.
Ongetwijfeld werkt het zo, in theorie. Maar in de praktijk geloof ik niet dat het zo ook werkt als je alles opschrijft.
Dan heb je na verloop van tijd niets anders dan een chaos aan notities die je nooit doorleest waardoor je het alsnog vergeet.
.
Voor herhaling vatbaar?
Al met al was het niet echt… fijn. Maar ook geen helse dag van ontwenningsverschijnselen.
Dus ja, zeker iets om vaker te doen!
Mijn zelf-ingestelde Tech Break ging niet alleen over rust opzoeken, maar ook over het afstand nemen van de dingen die rusteloosheid tot stand brengen.
Ik kan geen afstand nemen van mijn gedachten, van de onsamenhangende chaos die zich afspeelt in mijn hoofd. Maar ik heb zeker gemerkt dat het zonder digitale apparaten makkelijker is om sommige gedachten langs te laten fladderen zonder ze meteen in acties om te zetten.
Nu ik zo’n beetje weet welke gedachten mij aanzetten om mijn aandacht te verspreiden over meerdere activiteiten, kan ik zelf beslissen of het inderdaad nu nodig is om op te schrijven dat ik geen gember meer in huis heb. Of dat ik het laat gaan. Erop vertrouw dat ik me de gember wel herinner als ik een boodschappenlijstje maak.
Zelfs als ik zonder lijstje de supermarkt inloop schiet de gember me misschien wel te binnen.
En als ik het vergeet… nou, dan zal de wereld vergaan, daar is dan niets aan te doen.
.
.
.